Mijn netwerk

Dit is meestal een gevoelig onderwerp bij jongeren en jongvolwassenen. Je bent waarschijnlijk bij ons terechtgekomen omdat je moeilijke weken of maanden doormaakt. Één van de gevolgen die we meestal zien, is dat het sociaal netwerk rond de jongere/jongvolwassene erg lijkt te verkleinen. En toch, toch is jouw sociaal netwerk belangrijker dan je denkt.

METAFOOR

Stel je voor dat je helemaal alleen een grote mand vol met eitjes draagt. Als je struikelt over een steen (of iemand je laat struikelen), zal de mand vallen en zullen een deel van (en misschien soms alle) eitjes kapot zijn.
Wanneer je je eitjes uitdeelt aan de mensen die rond je staan, en wanneer je meer eitjes geeft aan mensen die belangrijk voor je zijn, dan zal je merken dat je mand nog maar halfvol is. Zo wordt enerzijds je mand lichter om te dragen én wanneer er dan iemand valt met een eitje dan is er slechts één eitje stuk.

Met andere woorden: wanneer je alles opkropt en voor jezelf houdt, dan zal het wanneer je valt in het leven extra pijnlijk zijn: een deel (of soms alles?) van wat je had, is op dat moment kapot gevallen.
Anderzijds: wanneer je alles in het leven toevertrouwt aan één persoon (je lief, je papa,…) en deze persoon valt door omstandigheden weg, dan zal wederom alles kapot zijn.
Wanneer we bewust kiezen met wie we over welke onderwerpen willen spreken en hoeveel je aan die persoon wil toevertrouwen, dan zal je merken dat wanneer deze persoon je vertrouwen beschadigt (je eitje laat vallen) er nog voldoende anderen rond je staan.

Dat is de kracht van jouw sociaal netwerk.

Aanvullend: is het erg als er soms een eitje valt? Of als iemand een eitje laat vallen? Hoeveel kansen krijgt iemand voor jou? En maak je een onderscheid als iemand per ongeluk VS expres een eitje van jou laat vallen? En zou je dan met dat eitje bij iemand anders terecht kunnen? Aan wie denk je dan?

Aan de slag!

Maak voor jezelf een lijst met mensen (en dieren?) die rond je staan, die belangrijk zijn voor jou, hoe klein het ook is. Schrijf vervolgens je eigen naam in het midden van het vak en plaats al de namen rond je. Hoe dichter de namen bij jou staan hoe belangrijker ze voor je zijn.

Wil je het wat moeilijker maken voor jezelf? Denk dan eens na waar je de ander op dit moment mee vertrouwt en waarmee je hem/haar nog mee in vertrouwen zou willen nemen en schrijf dit bij de persoon in kwestie.

Tips

  • Mensen rond je plaatsen is een momentopname. Morgen kan de situatie helemaal anders zijn, wees je daarvan bewust.
  • Benoem geen groepen van mensen (bv. gezin of vriendengroep jeugdhuis). Probeer iedere persoon apart een positie te geven.
  • Heb je er ooit al met de ander over gesproken welke (belangrijke) plaats hij/zij inneemt in jouw leven?

Voorbeeldenlijst

  • Mama
  • Papa
  • Broer
  • Zus
  • Oma
  • Opa
  • Neef
  • Nicht
  • Tante
  • Nonkel
  • Peter
  • Meter
  • Schoonvader
  • Schoonmoeder
  • Leerkracht
  • Bakker
  • Buschauffeur
  • Vriend
  • Vriendin
  • (mede)leider
  • (mede)leidster
  • Psycholoog
  • Psychiater
  • Leefgroepbegeleider
  • Therapeut
  • Lief
  • Buurman
  • Buurvrouw
  • Klasgenoot
  • Collega
  • Vrienden van (broer/zus)