Als dit voorvalt...

Met andere woorden, wat triggert jou?

We worden de hele dag door getriggerd door informatie: verbaal, visueel, fysiek, auditief, door geuren enz. Meestal zijn we goed in staat deze triggers te filteren en enkel de voor ons belangrijke informatie bewust op te merken. (Je onthoudt toch immers niet hoeveel blauwe auto’s je op weg naar het werk gezien hebt?)

Toch slagen enkele triggers erin om ons hoofd te overbelasten. Terugdenken aan een pijnlijke gebeurtenis of iets zien wat je aan die gebeurtenis doet denken kan een overbelasting in ons hoofd veroorzaken en hevige emoties of spanning teweegbrengen.
Die lijst van overbelastende triggers is voor iedereen anders: iedereen heeft immers andere dingen meegemaakt in het leven (iedereen heeft dus andere gevoeligheden).

AAN DE SLAG!

  • Schrijf alle triggers die je doen tilt slaan in het rode vak;
    als je hierdoor getriggerd wordt, verlies je je zelfbeheersing, kan je niet meer instaan voor de gevolgen van je daden, vind je je ‘uit’knop niet meer.
  • Schrijf alle triggers die je fysiek onrustig maken in het oranje vak;
    als je hierdoor getriggerd wordt, wordt het wel lastig, word je fysiek onrustiger maar ben je nog (net) in staat om te blijven functioneren.
  • Schrijf alle triggers die je tot rust brengen in het groene vak;
    bv. wiens stem kan je onmiddellijk tot rust brengen? Van welk lekker drankje of leuke serie kan jij tot rust komen? Of kan jij volledig zen worden van een spontane massage?
  • Schrijf alle triggers die je wat doen stilvallen in het lichtblauwe vak;
    als die dingen gebeuren, word je eerder gelaten. Het hoeft niet meer zo hard of je valt fysiek stil, maar je hoofd begint op volle toeren te draaien.
  • Schrijf alle triggers die je compleet doen stilvallen in het donkerblauwe vak;
    Als dit gebeurt, val je compleet stil, word je lusteloos, geraak je niet meer uit bed of uit de zetel. Ook al wilt je hoofd graag, je lijf lijkt niet meer te reageren. Je vindt de ‘aan’knop niet meer.

Om je te helpen, maken we nog een lijstje van mogelijke categorieën van triggers:

  • herinneringen (foto’s, een beertje dat je van je ex-lief kreeg…);
  • personen (iemand die je gepest heeft zien wandelen in de stad…);
  • gedachten (‘Anderen zien er zo mooi uit in een kleedje en ik niet’…);
  • plaatsen (langs een plek rijden waar je ooit een ongeval had…);
  • voorwerpen (het zien van een mes of een schaar…).

TIPS

  • We gebruiken hier het woord ’trigger’, omdat we merken dat dit voor veel mensen het duidelijkste is. Je zou het woord ook kunnen vervangen door bv. invloed; sommige zaken hebben een positieve invloed op jou (deze kan je schrijven in groen), andere hebben eerder een lastige invloed op jou (deze kan je schrijven in oranje, rood, licht- en donkerblauw).
  • Wees specifiek en concreet. Dat is lastiger om op te schrijven, maar biedt ook kansen om achteraf gerichter geholpen te kunnen worden.
    Bv. school triggert –> Mijn leerkracht Engels triggert mij omdat ik het gevoel heb dat zij me viseert. Daarom ga ik niet graag naar school.
    Op basis van dit voorbeeld kunnen we (als jij dat wil) gericht aan de slag met jouw gevoel rond je leerkracht van Engels om zo je slaagkansen op school te vergroten.