In de voorgaande vakken van het signaleringsplan werkten we rond (lastige) gebeurtenissen en wat dit (on)bewust in ons hoofd en lichaam teweegbrengt.
Als spanning te hoog oploopt (oranje of rood) of als de spanning helemaal dreigt weg te vallen (lichtblauw of donkerblauw), gaan we op zoek naar manieren om hiermee om te gaan. En die manieren zijn voor iedereen anders. De ene kruipt in bed, de andere gaat joggen, spreekt af met een vriendin enz.. Maar lang niet iedereen heeft manieren gevonden die helpen of die ‘ok’ zijn.
Hieronder leggen we een manier uit om jouw huidige manieren (strategieën) in kaart te brengen en kritisch te bekijken. Deze opdracht heeft geen plaats op het signaleringsplan. Werk de opdracht daarom uit op een cursusblad en hou deze goed bij. Het kan ooit nog wel eens van pas komen.
AAN DE SLAG:
Neem een leeg blad en schrijf hierop alle manieren die jij de laatste maanden geprobeerd hebt om met spanning en emoties om te gaan. Iedere manier, hoe klein, helpend, pijnlijk of leuk ook, schrijf je op.
Klaar? Kijk nu kritisch naar je blad en streep de manieren door die
Hoeveel strategieën blijven er nu nog over? Eigenlijk is het aantal strategieën niet belangrijk, maar wel de vraag ‘volstaan deze strategieën om om te gaan met hevige emoties en spanning?’.
Is het antwoord ‘nee’? Dan moeten we eigenlijk op zoek naar extra strategieën.
Hulp in de zoektocht naar extra of nieuwe strategieën kan je vinden in het vak “en kan ik of een ander dit doen”.