Dit doe ik nu

In de voorgaande vakken van het signaleringsplan werkten we rond (lastige) gebeurtenissen en wat dit (on)bewust in ons hoofd en lichaam teweegbrengt.

Als spanning te hoog oploopt (oranje of rood) of als de spanning helemaal dreigt weg te vallen (lichtblauw of donkerblauw), gaan we op zoek naar manieren om hiermee om te gaan. En die manieren zijn voor iedereen anders. De ene kruipt in bed, de andere gaat joggen, spreekt af met een vriendin enz.. Maar lang niet iedereen heeft manieren gevonden die helpen of die ‘ok’ zijn.
Hieronder leggen we een manier uit om jouw huidige manieren (strategieën) in kaart te brengen en kritisch te bekijken. Deze opdracht heeft geen plaats op het signaleringsplan. Werk de opdracht daarom uit op een cursusblad en hou deze goed bij. Het kan ooit nog wel eens van pas komen.

AAN DE SLAG:

Neem een leeg blad en schrijf hierop alle manieren die jij de laatste maanden geprobeerd hebt om met spanning en emoties om te gaan. Iedere manier, hoe klein, helpend, pijnlijk of leuk ook, schrijf je op.
Klaar? Kijk nu kritisch naar je blad en streep de manieren door die

  • een gewoonte zijn geworden;
    Bv. jezelf opsluiten op je kamer kan een gewoonte zijn die vroeger hielp, maar nu niet meer.
  • schadelijk zijn voor jezelf;
    Bv. een warme douche nemen is oké, een te hete douche is eigenlijk schadelijk.
    Bv. luide muziek luisteren is oké, maar als je erna een pieptoon in je oren hebt, is het schadelijk.
  • verslavend zijn.
    Hiermee bedoelen we alles waar je steeds meer van nodig hebt om eenzelfde effect te voelen.
    Bv. alcohol drinken om ‘even te vergeten’.
    Bv. zelfverwondend gedrag.


Hoeveel strategieën blijven er nu nog over? Eigenlijk is het aantal strategieën niet belangrijk, maar wel de vraag ‘volstaan deze strategieën om om te gaan met hevige emoties en spanning?’.

Is het antwoord ‘nee’? Dan moeten we eigenlijk op zoek naar extra strategieën.
Hulp in de zoektocht naar extra of nieuwe strategieën kan je vinden in het vak “en kan ik of een ander dit doen”.

Tips:

  • Deze opdracht is jouw denkoefening, je moet hem niet afgeven. We moedigen je liever aan deze opdracht in alle eerlijkheid voor jezelf te maken.
  • Er is geen goed of fout, dit is hoe jij het ervaart.
  • Wees specifiek en concreet.
  • Heb je een lastig moment? Leg deze opdracht dan even aan de kant en werk verder op een moment dat je meer ruimte hebt in je hoofd.
  • Het kan soms helpend zijn om deze opdracht samen met iemand te maken.